Simpel! Combineer meerdere doelen in één les. Doel 1: rekenen De leerlingen beheersen de tafel van 4 en 5 Doel 2: sociaal emotionele ontwikkeling De leerlingen vormen een harmonieuze groep Zo ziet de les eruit. Schrijf net zoveel sommen op het bord als het aantal leerlingen in je klas. Differentieer in moeilijkheidsgraad. 'Jullie gaan met de groep een record vestigen. Schrijf zo snel mogelijk de antwoorden op en probeer met elkaar jullie record te breken. Maar!! Ik maak het jullie heel moeilijk! Suzanne jij krijgt als eerste het krijtje (of digi-pen). Je loopt naar het bord en schrijft het antwoord van één som op. Je mag zelf kiezen welke. Dan loop je rustig terug en geeft het krijtje aan buurman Tim. Die vult ook een antwoord in. Enzovoort. Totdat iedereen geweest is. Dan mogen jullie nog verbeteren. De tijd stopt als alle antwoorden goed zijn. Jullie mogen niet overleggen. Rustig lopen, anders is de poging ongeldig! Begrepen? Suzanne hier is je krijtje, de tijd gaat … nu in.’ Alle kinderen houden van records en spelletjes, iedereen doet fanatiek mee Opvallend is dat de kinderen die er goed in zijn de moeilijke sommen kiezen. De makkelijke sommen blijven over voor de kinderen die er wat meer moeite mee hebben. Het spel is intens Zeker als ik de spanning opvoer. 'Nog 35 seconden om het record te verbreken!' Het spel duurt maar een paar minuten, maar iedereen maakt voortdurend alle sommen in zijn hoofd. Ze controleren de antwoorden. Denken vooruit zodat ze een goed antwoord paraat hebben als ze aan de beurt zijn. 'Nog 15 seconden en nog 2 sommen te gaan,' zeg ik op Jack van Gelder-achtige toon. 'Nog 8 seconden. Klaar? En stop. Jullie hebben je record gebroken met 3 seconden! Michel Linthorst Ps. Andere doelen die behaalt door je leerlingen spelenderwijs en ervaringsgericht te laten leren:
0 Comments
In de 20 jaar als leraar en ben ik vele inspirerende collega's tegengekomen van wie ik de kunst probeerde af te kijken. Maar ook buiten het onderwijs ben ik op zoek gegaan naar inspirerende 'leraren' die iets zouden kunnen toevoegen aan de ontwikkeling van leraren en leerlingen. Inspirerende leraren zijn gelukkig en gedreven in hun werk. Ze zijn authentiek daarmee een voorbeeld voor de mensen om hen heen. Ze zetten hun leerlingen altijd centraal en gaan slim en creatief om met het lesprogramma, regels en het onderwijssysteem. Vanuit een sterke verbinding en interactie weten ze hun leerlingen in beweging te krijgen en boven zichzelf uit te laten stijgen. Ze helpen hun leerlingen te ontdekken wat hun drijfveren en talenten zijn. Ze hebben de tools om de meest voorkomende uitdagingen aan te pakken en een harmonieuze groep te creëren. Ze behalen hoge resultaten. Ze weten hun veerkracht en energie op peil te houden en soepel om te gaan met druk. Ze stellen vriendelijk maar duidelijk hun grenzen en zijn niet alleen loyaal aan de school maar ook aan zichzelf. Ze dragen vanuit hun eigen bevlogenheid kennis over en laten de leerlingen ook leren door te ervaren, te doen en ontdekken.
Je leerlingen kunnen je haarfijn 'lezen.' Met speels gemak zien ze of authentiek bent of doet alsof. Of je een les met volle overtuiging geeft of dat je een les geeft omdat het nou eenmaal op het programma staat. Hoe goed je het ook probeert, als jij het niet echt meent, verraadt jouw non-verbale communicatie je onherroepelijk. En dat geldt niet alleen voor leraren natuurlijk. Je ziet ze dagelijks op de tv, die politici met een dubbele agenda. Of verkopers die gebakken lucht verkopen als zoete broodjes. Je prikt je er zo doorheen. En je leerlingen zijn er meesters in. Hoe dat werkt? Je leerlingen kijken naar je gezichtsexpressie. Wat straal je uit? Heb je rustige ogen? Of kijk je bozig? Zoek je contact? Of dwaal je af en zit je met je gedachten bij je afspraakje van vanavond? Hoe klinkt je stem? Vol enthousiasme? Monotoon? Praat je hard of zacht? Hou sta je erbij? Beweeg je bevlogen door de klas? Of zit je als een plumpudding achter je bureau? Volgens mij kun je nog beter eerlijk zijn en zeggen: ’ik vind deze les ook oersaai, maar het moet nou eenmaal,’ dan te doen alsof je geïnspireerd bent. Daar trappen ze echt niet in. Mooi niet! Er is nog wel een andere optie: probeer vanuit je eigen inspiratie of talent de les een beetje op te kalefateren.
Toen ik nog maar net meester was, ontdekte ik dat sommige lessen stroever verliepen dan andere. Bij geschiedenis had ik veel moeite om mijn leerlingen erbij te houden, terwijl mijn tekenlessen, muziek en drama altijd heel soepel verliepen. Ik vermoedde dat het te maken had met mijn eigen inspiratie en dat mijn leerlingen mijn non-verbale signalen opvingen. Die geschiedenislessen waren voor niemand leuk. Dus verzon ik met mijn collega een plan: ‘We hebben onze opa’s uitgenodigd en gaan ze nu van het station halen,’ zeiden we tegen onze leerlingen. Als een razende trokken we onze opa-kleren aan, plakten een nep-snor op en liepen krom gebogen met een wandelstok weer de klas in. 'Waar zijn onze kleinzoons?' vroegen we. 'Die zijn net weg om jullie op te halen,’ riepen de kinderen in koor. Waarna de opa’s de les alvast zonder ‘hun kleinzonen' begonnen. Het was een feest, voor de kinderen en voor ons. Lessen die ik me 20 jaar later nog met gemak voor de geest kan halen. Ook de verkeerslessen vond ik oersaai. Maar ik vermoed dat Tom van Drunen mijn verkeersles 2.0 nooit meer zal vergeten. Niet zo gek, want Tom was het 'slachtoffer’ van de ervaringsgerichte les. In de klas had ik een verkeerskruispunt gemaakt van de tafeltjes. ‘Tom, jij steekt straks het drukke kruispunt over!’ Tom keek naar links, stak over, en zag de vrachtwagen van rechts (gespeeld door mij) volledig over het hoofd. Tom en de 'vrachtwagen' kwamen ‘ernstig’ in botsing! Met de nodige kabaal vielen Tom en ik (gecontroleerd) op de grond. Eerst schrok hij zich rot om het vervolgens bijna in zijn broek te doen van het lachen. Net als de rest van de klas. 'Zullen we het nog een keer proberen Tom?' Jaren later, (Tom moest toen al achter in de 20 zijn), kwam ik zijn moeder weer eens tegen. Ze vertelde met een lachend gezicht dat Tom deze les nooit vergeten was. Michel Linthorst Een immer terugkerende vraag tijdens de training is: 'Wie maakte echt het verschil voor jou?' De deelnemers lopen in gedachten verzonken door de zaal. Na een paar minuten vraag ik ze om hun bevindingen in tweetallen te bespreken. De gesprekken zijn intens, het altijd een moment waarop de deelnemers dichter naar elkaar groeien omdat ze echt voor elkaar open staan. Na een minuut of tien vraag ik,' 'Wie wil zijn verhaal delen?' 'Meester Mark gaf me het gevoel dat ik er echt toe deed.' 'Mijn moeder die altijd vertrouwen in me bleef houden, terwijl ik onuitstaanbaar was.' 'Mijn man, omdat hij de enige is die weet hoe ik echt in elkaar zit, en toch van me houdt' 'Juffrouw van de Valk omdat ze zo goed luisterde.' 'Mijn voetbaltrainer, die precies de juiste snaar wist te raken.' Dromen-versnellers noem ik ze. En het zijn altijd dezelfde soort dingen die ze doen. Ze:
Eigenlijk niks bijzonders, zou je zeggen. En toch maakt het bij de meeste deelnemers diepe indruk om erover te praten en te vertellen. Wat is dat toch, vraag ik me af, wat ze doen? En waarom zegt nooit iemand: 'Juf van der Valk omdat ze me de tafel van 5 heeft geleerd.' 'Meester Piet omdat hij zo goed aardrijkskunde gaf.' Dat is toch ook belangrijk? Ik vermoed dat de echte verschillen worden gemaakt op het menselijke vlak. Als ik meer wil weten over wie die dromen-versnellers zijn dan komen er bijna altijd dezelfde kenmerken uit.
Het zijn vaak mensen die inspireren omdat ze zelf gelukkig en gedreven zijn. Ze durven zichzelf te zijn en toch anders. Ze volgen hun eigen dromen, denkbeelden en idealen en laten zich niet door regeltjes leiden of beperken door systemen maar zetten de leerlingen centraal. Ze zijn authentiek en daarmee een voorbeeld voor andere mensen om hetzelfde te doen om boven zichzelf uit te stijgen. 'Zullen we verder gaan,' zeg ik tegen de cursisten. Loop maar weer door de zaal en denk even na over de volgende vraag: 'Voor wie was jij een dromen-versneller?’ Michel Linthorst Meest gelezen blogs Op 12 oktober geef ik een introductie training voor iedereen die nieuwsgierig is naar de duurzame totaal-aanpak van 7 Life Skills. Aan de hand van een praktijkverhaal illustreer ik de eerste stap. Erik is 19, zit op het speciaal onderwijs en is er helemaal klaar mee! Hij is lusteloos, gaat steeds vaker verveeld gedrag vertonen, komt te laat, let niet op in de les en geeft bijna iedere dag zijn irritante klasgenoot een klap voor zijn kanis. Hij vertoont problemen die je als leraar vast zal herkennen.
Ik geloof niet dat je problemen in het onderwijs oplost door je slechts op één onderdeel te richten. Simpel weg eisen: 'Erik, ik wil dat je je concentreert' of 'Erik doe eens wat beter je best,' dat helpt in de meeste gevallen niet. Dat zullen de meeste leraren beamen. Je zult naar het geheel moeten kijken: welke factoren spelen een rol? Wat zijn de oorzaken van zijn gedrag? Daarom ga ik met Erik aan de slag. Als eerste stap help ik hem zijn drijfveren en dromen te ontdekken. 'Ik wil van school,' zegt Erik. 'Wat ga je doen als je van school af bent?' vraag ik. Hij trekt zijn schouders op. Erik is een boom van een vent. Zijn motivatie: nul. En daar gaat hij letterlijk onder gebukt. 'Stel je voor dat je morgen kan gaan werken en alles is mogelijk,' vraag ik. 'Ja, ik weet wel iets,' zegt hij na lang aarzelen,'maar dat kan toch niet,' 'Stel je voor dat alles kan, zonder beperkingen. Je kan alles en je bent er nog goed in ook. Wat zou je dan doen?' 'Dan zou ik heftruck chauffeur willen worden, net als mijn oom. Maar dat kan niet, want dan moet je een opleiding hebben voor gevaarlijke stoffen enzo. En dat haal ik nooit.' Nog diezelfde dag overleg ik met de stagebegeleiders. 'Hij zou mee kunnen doen met de cursus op het praktijkonderwijs,' zegt mijn collega. Maar het zal pittig voor hem worden. 'Maar de enige manier om er echt achter te komen is door hem de kans te geven. En in hem te geloven!' Een paar weken later volgt Erik als gastleerling op de praktijkschool zijn eerste les van de cursus. Hij kan helemaal niet opschieten met zijn 'tijdelijke' klasgenoten, maar dat zet hij gewoon opzij. Hij heeft een kans gekregen en pakt die met zijn grote handen beet. Vanaf dat moment leert hij als een bezetene, onvermoeibaar. Hij wil zelfs in de pauzes niet naar buiten,’ dan kan ik lekker rustig werken.’ Ook thuis zit hij uren achter zijn computer te oefenen. Erik heeft eindelijk weer een doel. Erik is een stuk vrolijker, net als zijn 'irritante' klasgenoot want die krijgt geen klappen meer. Ook voor de leerkracht is zijn gedrag een verademing. Na 2 maanden is de cursus voorbij en wacht hij gespannen op de uitslag. Erik haalt in één keer zijn certificaat! En of hij nou heftruckchauffeur wordt of niet. Hij overstijgt zichzelf, omdat hij zijn innerlijke drijfveren heeft gevonden. Zijn zelfvertrouwen krijgt een enorme boost en hij kan weer lachen. De eerste stap: 1. Help je leerlingen te onderzoeken wat hun talenten en dromen zijn. Koppel waar mogelijk hun doelen en drijfveren aan het lesprogramma. Hierdoor krijgen ze meer voldoening en motivatie om te leren. De andere 4 stappen zal ik in volgende blogs behandelen maar een korte omschrijving vind je op de homepage van 7 Life Skills
Natuurlijk los je niet alle problemen op korte termijn op. Ook voor Eric niet. Ik geloof niet in sprookjes Soms is het al heel mooi als je de problemen enigszins kunt verminderen. Maar je hebt niet alles zelf in de hand.
Met deze totaal-aanpak help je een leerling als Eric om sterker te worden en zijn kansen kunt vergroten. Je kunt jouw leerlingen helpen om beter voorbereid te zijn op hun toekomst door de benodigde vaardigheden en eigenschappen te versterken. Het allerbelangrijkste: help je leerlingen te ontdekken:
Pas dan is een aanpak duurzaam. Michel Linthorst download de brochure over de training 'Er is maar één persoon die het onderwijs kan verbeteren en dat is de leraar!' zegt Marijke. Zij zou het kunnen weten want ze neemt na 40 jaar afscheid van het basisonderwijs. 'Alles draait om de leerkracht! Zonder goeie, veer-krachtige leerkrachten: geen goeie lessen geen blije kinderen geen goeie resultaten geen tevreden ouders geen excellente school geen goeie directeur geen goeie minister van onderwijs.' Ik ben vervangend directeur, wil Marijke een prachtig afscheid geven en vraag haar om tijdens een wandeling haar verhaal te vertellen. Het wordt een interessante reis door de tijd. 'Toen ik begon was het tempo nog wat lager en was alles wat overzichtelijker,' zegt ze. 'Lesgeven aan 28 kinderen anno 2016 is een stuk ingewikkelder! 'Het zou mooi zijn als het systeem wat meer in dienst kan staan van de leraar en het lesprogramma wat meer in dienst van de leerlingen. In plaats van andersom. Wij moeten de kansen van de leerlingen op een mooie toekomst vergroten en school kan daarbij een nuttig hulpmiddel zijn. Marijke is een voorbeeld voor me. Ik geniet ervan haar bezig te zien. De rustige tred, haar humor, de observerende ogen, de kalme stem, de volle aandacht voor de kinderen. De leerlingen voelen het vertrouwen dat Marijke heeft in hun kwaliteiten, ook al gaat het even wat minder met een leerling. 'Iedereen heeft wel ergens talent voor. Wij moet leerlingen helpen dat talent te ontdekken. En als wij ze de juiste kennis en vaardigheden kunnen meegeven, dan hebben ze alles in hun koffer om op eigen kracht hun weg in het leven te vinden. Marijke laat zich al lang de les niet meer lezen. 'Wat is jouw geheim!' vraag ik. 'Leraren zijn vaak heel loyaal, maar soms zetten ze hun eigen idealen en behoeften opzij en halen te weinig voldoening uit het lesgeven. Ze zitten misschien iets te vast in het strakke lesprogramma en voelen niet genoeg ruimte voor hun eigen inbreng,' zegt Marijke. Maar er zijn genoeg creatieve oplossingen om wat ruimte te vinden voor de dingen die jij belangrijk vindt en waar je plezier uithaalt. Ik zal je mijn geheim verklappen: Je moet als leraar niet het braafste jongetje van de klas zijn. Gelukkig zijn er steeds meer directeuren en besturen die snappen dat je het onderwijs pas echt kan verbeteren als je de leraar de ruimte geeft om hun kwaliteiten en talenten zo goed mogelijk te benutten. En ze zo min mogelijk belast met randzaken. 'We moeten alle energie besteden aan het geven van goeie lessen en aandacht voor de leerlingen. En als leraren de touwtjes zelf wat meer in handen nemen dan veranderen ze vanzelf het onderwijs van binnenuit. ' Michel Linthorst De metaforische verhalen die ik schrijf zijn gebaseerd op mijn eigen ervaringen, observaties en gesprekken die ik voerde met collega's. Ze dienen vooral ter inspiratie. Enkele tips om je wat vrijer te voelen in het onderwijssysteem:
Het was mijn tweede jaar als meester en Tom zat bij mij in groep 5. Een schat van een jongen, super sociaal en een enorme dromer. De intern begeleider zei dat hij een motivatieprobleem had. En dat geloofde ik, want wat ik ook deed er was nauwelijks beweging in hem te krijgen. Nou ja, behalve in de pauze dan. Je moest Tom eens zien voetballen, vol geestdrift en passie. Alles probeerde hij uit die 15 minuten pauze te persen, met als ultieme doel om mij door mijn benen te spelen. En of het nou regende of niet, Tom claimde altijd 5 minuten blessuretijd. Sporten maakte zijn hoofd leeg en hij hoefde er niet bij na te denken. Tom was niet gemaakt om na te denken, de hele dag stil te zitten en te luisteren. Ik vond het moeilijk om Tom drie pagina’s met breuken voor te schotelen en te zien hoe hij steeds somberder werd. Stiekem gaf ik hem een paar rijtjes minder. Maar ik kon niet te veel sjoemelen met het strak geplande rooster. Puffend en steunend boog Tom zich over de sommen maar het duurde nooit lang voordat zijn gedachten weer afdwaalden, hoe goed hij zijn best ook deed om zich te concentreren. Echt boos kon ik nooit op hem worden, daarvoor herkende ik teveel van mezelf in hem. Maar ik voelde me vooral heel bezwaard dat ik niet wist hoe ik hem kon helpen. Tom gaf mij later, zonder dat hij het wist, een belangrijke les Wat was nou eigenlijk het echte probleem van Tom? Ik denk dat hij leed aan een 'Oost-Indisch motivatie-probleem (van het niet opzettelijke soort).' Dat betekent dat je je wel gemotiveerd bent, maar alleen voor zaken die jij interessant vind, waar je goed in bent, of waarvan je het doel ziet. Ik kwam er pas veel later achter dat Tom wel degelijk gemotiveerd was om te leren. Maar niet op de traditionele, schoolse manier. Zodra Tom van school af kon reisde hij de hele wereld over en leefde een avontuurlijk leven. Hij volgde trainingen om sportinstructeur te worden en leerde mensen berg beklimmen, abseilen en mountainbiken. Het laatste wat ik van hem hoorde was dat hij een hele succesvolle surf-leraar was in Zuid-Afrika. Pas toen hij de kans kreeg zijn passie te volgen kwam hij echt in zijn element. Hij deed wat hij het liefste deed en waar hij goed in was. En nog eens succesvol ook. Eigenlijk hadden we hem op school alleen maar in de weg gezeten. Iets van hem geëist waar hij niet aan kon voldoen en waar hij somber van werd. En dat noemde wij een motivatieprobleem. En hij noemde school een soort gevangenis. (hoorde ik jaren later van zijn moeder. *Zie ook haar reactie onder deze blog). Nu begreep ik pas waar Tom zat met zijn gedachten. Van hem leerde ik dat je niet van alle kinderen kunt eisen dat ze gemotiveerd moeten zijn voor iets waarin ze niet geïnteresseerd zijn. Sommige kinderen kunnen dat heel goed, maar veel kinderen ook niet. Iedereen is geniaal. Maar als je een vis beoordeelt op zijn talent Tom leert beter door te doen en te ervaren omdat hij zijn eigen 'beweeg-redenen' heeft ontdekt. Grappig toch als je bedenkt dat het woord motivatie zoiets betekent als: een reden om in beweging te komen. Ik heb ontdekt dat je je leerlingen op grofweg twee manieren in beweging krijgen.
De eerste manier Je kunt ze duwen, ze vertellen welke kant ze op moeten, hoe hard ze moeten lopen, waar de eindstreep ligt en wanneer ze de die moeten halen. Maar wat is je natuurlijke reactie als je wordt geduwd? Precies: je gaat tegenstribbelen. (Tenzij je heel volgzaam bent, dan laat je je duwen.) De tweede manier Je kunt je leerlingen ook stimuleren om in beweging te komen. Bijvoorbeeld door:
Gelukkig is het met Tom helemaal goed gekomen. Maar helaas lukt het niet iedere leerling dat op eigen kracht. Ik ben op zoek gegaan naar wat we kunnen doen om leerlingen zoals Tom niet dwars te zitten maar te helpen. Ik heb ontdekt dat er vele mogelijkheden zijn. Eén daarvan is om ze af en toe een keuzeles aan te bieden. Meer daarover kun je lezen in deze blog. En o ja, dank je Tom voor de les ‘volg je passie!’ Michel Linthorst De rekenles is net afgelopen. 'Goed gewerkt,' zeg ik tegen de klas. 'Suzanne, ik wil jou een extra compliment geven. Rekenen is niet bepaald je hobby, toch deed je enorm je best je te concentreren!' Dat lukte haar een paar weken geleden nog niet. Sterker nog, ze werd steeds onrustiger. 'Rekenen is stom,' zegt ze als we het er samen over hebben. 'Ik heb er gewoon geen talent voor,' zegt ze theatraal. 'Volgens mij zou je het liefst de hele dag dansen.' Haar ogen beginnen te glimmen als ze terugdenkt aan de muziekavond. Toen was zij de ster! Iedere vezel in haar lijf was gefocust. Suzanne móet gewoon bewegen. En als dat niet kan.. dan wordt ze onrustig, wiebelt, draait en friemelt. Steeds meer kinderen lijken beter te leren door te doen, door uit te proberen en met hun handen te werken. In mijn klas zitten denkers en doeners. Daarom geef ik ook activiteiten waarin ze kunnen bewegen. Gek genoeg kunnen ze zich daardoor beter concentreren. Het toverwoord is balans. 'Op de 'HAVO voor muziek en dans’ krijg je ook wiskunde, dat weet je toch?' zeg ik tegen Suzanne. 'Het is kennelijk toch belangrijk om een beetje te kunnen rekenen.' Suzanne snapt ook wel dat ze niet de hele dag kan dansen. Het bewegen tijdens een les, of ertussen, helpt haar gelukkig al een beetje. En nu ze weet dat ze op de HAVO ook wiskunde krijgt doet ze extra haar best. Suzanne lijkt niet de enige die moeite heeft zich te concentreren. Zou het komen omdat:
Of misschien interesseert het lesprogramma haar gewoon te weinig. Zodra de bel gaat duiken de meeste leerlingen in hun mobieltjes. Focussen is opeens een peulenschilletje. De echte wereld wordt in rap tempo buitengesloten van de virtuele wereld. Zelfs op de fiets!! Toch is concentratie geen vanzelfsprekende vaardigheid meer. Simpelweg zeggen: ‘Ik wil dat je je concentreert’, werkt meestal niet. Het is een vaardigheid die je echt moet oefenen. We doen een concentratie-oefening ‘Loop kris kras door de zaal’, zeg ik tegen mijn leerlingen. De meeste leerlingen klonteren samen en kletsen wat. 'Loop nu even alleen en zoek de lege ruimte in de zaal. Blijf in beweging.’ Enkele leerlingen kunnen het niet zonder contact met anderen te maken. ‘Loop nu alsof je haast hebt. Je dreigt je examen te missen! Niet botsten! Meteen wordt de focus beter.’ ‘Als ik in mijn handen klap verander je direct van richting, blijf stevig doorlopen.’ Ze moeten steeds beter opletten om niet te botsen. ‘Stop. Blijf staan waar je nu staat. Goed gedaan.’ Volgende oefening 'Loop straks door de zaal en richt je helemaal op jezelf. Alsof je op je mobieltje kijkt en de wereld om je heen helemaal vergeet. Alleen moet je het nu doen zonder mobieltje.’ Laat je door niemand afleiden.’ 'Ga je gang.' De meeste leerlingen kijken naar de grond. Mariam en Sunduz zoeken stiekem toch oogcontact. Ze vinden deze oefening maar raar, ze zijn dit niet gewend. 'En stop! Bespreek in tweetallen hoe de oefening ging. Was het makkelijk of moeilijk? En waarom?’ Na 2 minuten: 'Kom even dichterbij staan.' 'In het dagelijks leven zoeken mensen contact met elkaar. Maar in deze oefening moest je juist geen contact maken en je niet af laten leiden. Wie kan bedenken wanneer het belangrijk is om je niet af te laten leiden en je op een ding te focussen?
Je kunt erop wachten dat Freek zo’n antwoord geeft. 'Hoe kun je je beter focussen tijdens deze oefening?’ ‘Ik dacht aan iets leuks’ ‘Ik zong een liedje in mijn hoofd’ ‘Ik keek naar mijn voeten’ ‘Goeie tips. We doen het nog een keer. Probeer het nog beter te doen.’ Ze weten nog niet dat ik ze dit keer hinderlijk voor hun voeten ga lopen om ze uit hun concentratie te halen!!.’ Nog een concentratie-oefening 'Freek, jij krijgt 3 opdrachten uit het geheugenspel. Kijk er 20 seconden naar en prent de opdrachten in je hoofd. Je loopt straks langs je klasgenoten die in de zaal verspreid staan. Tegen de andere leerlingen: 'Wij gaan proberen Freek af te leiden. Als hij langs je loopt geef je Freek een compliment, over zijn kleren, zijn talenten of sterke eigenschappen.’ 'Freek, jij probeert je af te sluiten voor de complimenten en de opdrachten van het geheugenspel te onthouden. Als je langs alle leerlingen geweest bent moet je de opdrachten van het geheugenspel zo goed mogelijk uitvoeren.' Tips om concentratie te vergroten (Je kunt bij de kleuters al beginnen met oefenen.) 1.Geef een leerling een aantal opdrachten.
Differentiatie 1. Maak de opdrachten steeds complexer. 2. Maak de afleiding steeds groter 3. Maak de tijd tussen het geven en uitvoeren van de opdracht steeds langer. Nog meer tips
Veel succes en plezier, Michel Linthorst Wat krijg je als je uitspraken van slimme denkers als Mandela, Johan Cruijff, Einstein en Ken Robinson samenvoegt? Een inspirerend visie! Weet jij waartoe je werkelijk in staat bent?
'In het begin van het jaar ging het nog zo goed met Remco,' zegt juf Anne tegen haar directeur. Ze heeft 29 kinderen in haar groep 6/7. Haar energie raakt snel uitgeput. 'Het lukt me niet om alle kinderen voldoende aandacht te geven,' zegt ze vol schaamte. 'Ik kan Remco er eigenlijk niet bij hebben.' 'Vorige week ging het goed mis tijdens de rekenles,' zegt juf Anne. 'Bij iedere vraag die ik stelde probeerde Remco overdreven de aandacht te trekken om maar een beurt te krijgen. Ik gaf de beurt expres aan Bas, maar voor hij kon antwoorden deed Remco het al' Hoewel het antwoord goed was moest ik Remco wel een standje geven omdat hij voor zijn beurt sprak.' 'Kan me niks schelen,' mompelde hij. Ik deed net of ik hem niet hoorde en ging verder met de les. Remco begint tijdens mijn uitleg met zijn buurman te praten. Dus ik zeg:' Remco, wil je stoppen met praten met Stephan. Dat verstoort mijn uitleg.' Hij stopt 10 seconden en begint vervolgens met Bert te praten, die tegenover hem zit. Dus ik zeg: 'Remco! Wat had ik nou gezegd?' 'Ik praat toch niet met Stephan.' 'Ik praat met Bert.' De andere kinderen beginnen om hem te lachen. Ik zag wel dat ze dat eigenlijk niet wilden, maar ze konden het niet tegenhouden. Toen knapte er iets bij me en zei ik net iets te hard: 'Remco, je snapt precies wat ik bedoel! Als je nu niet stopt met praten dan ga je de klas maar uit.' Nog geen 5 minuten later trekt hij zijn la open en begint er luidruchtig in te rommelen. Zijn kleurpotloden vallen op de grond. Ik weet zeker dat hij het expres deed.' 'Nu is het genoeg, ga er maar uit!' zeg ik Toen zei Remco: 'Ik praat toch niet! Ik ruim mijn la op.' En toen heb ik hem eruit gestuurd met een rood hoofd. foto www.midview.nl 'Remco verliet de klas met een lachend gezicht, botsend tegen tafeltjes. En toen ik hem op de gang stevig beet pakte kwam jij net langs met die nieuwe ouders' 'In het begin van het jaar deed hij nog zo overdreven zijn best!' 'Maar hij ging steeds vaker negatieve aandacht vragen en liet zijn werk versloffen. Ik vond dat ik strenger moest zijn en wilde hem niet belonen voor zijn gedrag. Dat werkte averechts. Uiteindelijk werd het een kwestie van buigen of barsten.' 'Zo dat lucht op,' zegt juf Anne tegen de directeur. 'Gaf je hem nog wel positieve aandacht?' vroeg hij 'Eerlijk gezegd lukte me dat steeds minder.' 'Ik kon nog maar weinig positiefs ontdekken.’ 'Ik denk dat jullie in een vechtrelatie terecht zijn gekomen,' zegt de directeur, 'zonder dat jullie doorhadden. Zoiets gaat geleidelijk. Maar het gevaar is dat de band verslechtert. Meestal ontstaat zoiets als een leerling vindt dat hij te weinig aandacht krijgt. Remco krijgt thuis op dit moment thuis niet veel aandacht omdat zijn moeder ernstig ziek is. En daarom eist hij de aandacht van jou. 'En als het niet positief kan, dan maar negatief. Ik heb vorig jaar een training gevolgd waarin dit aan de orde kwam. Zal ik eens kijken of ik nog wat tips kan vinden?’ Anne is blij met de steun en het begrip van haar directeur. De volgende dag bespreken ze de nieuwe aanpak. 'Beschouw het als een investering in de relatie met Remco' 'Ik denk dat het de moeite waard is. Je zult er waarschijnlijk meer energie mee besparen, dan dat je eraan kwijt bent,' zegt de directeur. 1. Geef Remco aandacht voordat hij het vraagt.
's Ochtends voor de les begint vraag je bijvoorbeeld: 'Hoeveel heeft Ajax gespeeld?' Op vrijdagmiddag: 'ga je nog wat leuks doen in het weekend?' Voetbal met hem in de pauze op het schoolplein. Als je hem voldoende aandacht geeft, hoeft hij er niet om te vragen. 2. Laat de leerlingen elkaar aandacht geven. Stel tijdens de sova-les eens een gekke vraag: 'Welk dier zou je voor één dag willen zijn?' Laat ze het in tweetallen bespreken. En daarna geef je Remco een beurt in de kring. 3. Laat Remco klusjes voor je doen. Vraag hem of hij thee voor je wil halen of een broodje bij de bakker. Of vraag hem iets te kopiëren voor je. 4. Zet de resultaten tijdelijk op een lager pitje. Investeer vooral in het verbeteren van jullie verbinding. De resultaten komen wel weer als de band met hem weer wat beter wordt. Maar je zult die band wel moeten onderhouden, ook als het weer beter gaat. 5. Neem het niet te persoonlijk. Het gaat niet om jou. Remco heeft een probleem. Hij vindt dat hij te weinig aandacht krijgt. Dat komt niet door jou. Maar hij projecteert het wel op jou. Hij wil zijn ouders niet tot last zijn in deze moeilijk situatie. 6. Geef constructieve feedback. Leg de nadruk op positief gedrag dat je ziet in de groep. Niet alleen van Remco maar van alle leerlingen. Benoem het positieve gedrag dat je wilt zien in de groep. Het gaat er dus niet om of het antwoord goed of fout is maar om de manier waarop het antwoord tot stand is gekomen: 'Het antwoord zit in de buurt maar is niet goed. Ik zag wel dat je ongelofelijk veel moeite hebt gedaan om het goede antwoord te vinden. Zullen we er samen naar kijken of wil je het nog een keer proberen?’ 7. Probeer te ontdekken wat de dromen, interesses en talenten van Remco zijn. En pas je lessen waar mogelijk daar een beetje op aan. Dat is ook aandacht die door hem op prijs gesteld zal worden. Bronnen o.a. Gedragsproblemen Harry Jansens, 7 Life Skills, Coursera Michel Linthorst De tips hielpen: al snel werd de relatie met Remco wat beter. Langzamerhand zagen zowel de juf als Remco weer wat meer positieve kanten van elkaar. |
Werkboek:
|