Je bent altijd zo gedreven als het gaat om theatermaken. Had je dat als kind al? Als klein kind verplaatste ik me in clowns, circus, humor, André van Duin. Ik was er altijd mee bezig. Overdag ging ik soms een uur op bed liggen, naar muziek luisteren. Altijd in mijn eigen wereldje Wie heeft je een zetje in de goeie richting gegeven? Op 't Antonius-college waren drie docenten heel actief met toneel bezig, Danny Kaay, Hans Braakhekke en Tom van Kleef. Ze zagen al snel een toneelspeler in mij, die het spelen snel oppakte en creatief was. Ze hielpen mij om me te ontwikkelen en gaven me de bevestiging die ik als puber zocht. Het maken zat altijd al in me. Ik had al jong mijn eigen fantasiewereld gecreëerd. Dat voelde wel alleen. Ik kon met iedereen opschieten en tegelijk met niemand echt. Toch koos je ervoor om zelf ook op het podium te gaan staan. Je had er ook voor kunnen kiezen om het helemaal voor jezelf te houden. Ik wist al snel dat ik toneel wilde spelen. Een klasgenoot zei: doe eens iets van Elvis Presley. Daar kreeg ik gelijk allemaal beelden bij, en ik heb het op een brugklas-feest ook echt gedaan. Iedereen juichte en ging voor me staan. Ik was zo verbaasd en dacht: O, echt? Werkt dat zo? Ik moest zelfs huilen! Mijn wereld bestaat gewoon uit theater Ik vind dat zo mooi, om een wereld en verhalen te creëren waar mensen echt in gaan geloven. Waarbij ze het beste uit zichzelf halen. Ik denk dat ik het beste uit hen haal en zij ook vaak het beste uit mij trouwens. Ik hoor dat wel vaker terug, dat ik die rol speel, zoals laatst met Jennifer Hofman op tv, die vertelde dat ik haar gestimuleerd heb om theater te gaan maken. Dat ze bij mij ontdekt heeft hoe mooi het is. Dat vond ik wel heel vleiend. Terwijl ze echt heel verlegen en stil was toen ze voor het eerst binnen kwam. Misschien vind ik de persoonlijke overwinningen van mensen nog wel mooier. Zoals met de leerlingen van de ISK, jonge vluchtelingen, die letterlijk zeggen dat hun leven niet meer hetzelfde is sinds ze aan een theatervoorstelling hebben meegedaan. Kinderen die veel moeilijkheden in het leven zijn tegengekomen en dan op het podium staan en zeggen: ‘Ik voel me sterker dan ooit’
Ik heb de neiging om mijn eigen rol altijd een beetje te relativeren en er bescheiden in te zijn. Maar als mensen zeggen dat ze zoveel geleerd hebben in de tijd dat ze met mij gewerkt hebben en dankbaar zijn, dan is dat wel heel mooi om te horen. Het kan bijna geen toeval zijn dat er zoveel leerling van jou zijn doorgebroken. Op iedere school zitten veel talenten, maar het is opvallend hoeveel van jouw leerlingen die stap hebben kunnen maken. Dat zou je bijna wel zeggen, toch? Zoals Vanja Rukavina die o.a. speelde in Van god los, Overspel en Flikken Maastricht en bij ITA. Dat vind ik wel heel tof. En hij komt regelmatig terug. Maaike Auboter, Eefje de Visser en Hind, dat zijn natuurlijk wel zangeressen die echt wat kunnen. Cabaretier en theatermaker Peter van Rooijen won onlangs de Poelifinario Kleinkunstprijs. Mooie gozer! Ongelooflijk, ik kijk nu echt tegen hem op. Hij maakt de prachtigste voorstellingen en liedjes. Dat zat er al vroeg in. Ik hoefde hem alleen maar te te faciliteren en techniek bij te brengen. Ik weet het nog goed. Hij kwam samen met zijn vader naar me toe: ‘Dit is mijn zoon en hij houdt van cabaret. Ben jij John de Heij?’ Toen deed Peter meteen een scene van Don Quishocking. ‘Je bent twaalf,’ zei ik.’ Hij was een soort wandelende cabaret-encyclopedie. Deed hij daarna iets van Teeuwen en Smeenk. ‘Kom maar eens langs’, zei ik. Zingen kon hij toen nog niet. Nou dat is helemaal goed gekomen! Een waanzinnige gozer! Bron foto: Facebook Maar wat doe je dan eigenlijk? Wat gebeurt er in zo'n proces als je met iemand gaat werken. Bijvoorbeeld Carlijn Hoogeveen, waarmee je de solotheatervoorstelling ‘Onderweg’ over een reis door haar jeugd en de tijd die ze doorbracht in de GGZ en gesloten jeugdzorg. Hoe pak je dat dan aan? Het voordeel was dat ik Carlijn al vanaf haar twaalfde ken. Ik ontmoette haar voor het eerst bij een auditie voor de muziekavond op het GSG. Toen hoorde ik haar verhaal en begreep ik hoe moeilijk ze het had. Ze was bijna nooit op school en zat vaak in de kliniek. Maar zingen vond ze heerlijk. Sindsdien heb ik haar elk jaar begeleid. Tijdens die muziekavonden leefde ze echt op. Het gaf haar de kracht om weer een tijdje door te gaan. Ze vertelde me later dat ze daar heel dankbaar voor was. Dit jaar werkten we opnieuw samen. Mijn kracht is dat ik me goed kan verplaatsen in haar situatie. Het is echt bijzonder dat we het samen voor elkaar krijgen om zo’n krachtige voorstelling te maken. Ze weet haar emoties in het spel te verwerken zonder dat ze de controle verliest. Ze kan ongelooflijk emotioneel spelen, maar het wordt nooit te veel. Dat is iets wat ik heel mooi vind. Wat is dan die methode-de Heij? Je moet wel iets anders doen, want niet iedereen kan dit. Welke vaardigheden, talenten of eigenschappen zet jij dan in die ervoor zorgen dat Carlijn zich bij jou veilig voelt en dat zij het beste van zichzelf kan laten zien? Het belangrijkste is dat Carlijn voelt dat ik haar begrijp. Ik ben heel laagdrempelig en maak makkelijk contact met mensen. Daardoor durven ze zich sneller open te stellen bij mij. Ik weet niet precies waarom dat zo is, maar het werkt. Mijn basishouding is: Iedereen is het waard. Ik neem iedereen serieus. Gelijkheid en openheid zijn voor mij essentieel, En niks is gek. Omdat ik zelf losjes ben en graag een grapje maak, nemen mensen dat vaak over. Het helpt om ze op hun gemak te stellen, dan gaan ze al redelijk snel mee. Wat gebeurt er met jou op het moment dat je echt helemaal in je element bent? Als ik in mijn element ben, raak ik razend enthousiast. Soms gil ik letterlijk van enthousiasme, dwars door een scène heen. Ik roep dan: ‘Dit is echt geweldig, wat hier gebeurt!’ Meestal kijken mensen me dan verbaasd aan: ‘Wat bedoel je?’ Maar als ik het ze teruggeef en uitleg, snappen ze het. En dan voelen ze zich geweldig—alsof ze de koning te rijk zijn. Het is misschien niet didactisch verantwoord, maar het komt puur vanuit mijn gevoel. Het is een impuls. Zou je kunnen zeggen dat je heel intuïtief werkt? Ja, absoluut. Ik werk intuïtief, maar ook associatief. Tegelijkertijd werk ik altijd met een duidelijk plan. Ik voel me in het theater sterk en zeker, soms in tegenstelling tot hoe ik me in het dagelijks leven kan voelen. Als een voorstelling nog niet af is en er zijn nog maar vier dagen te gaan, weet ik dat het altijd goed komt. Ik heb zoveel ervaring dat ik daarop vertrouw. Mensen om me heen voelen die zekerheid ook. Daardoor vertrouwen ze me, en kan ik ze meenemen naar gekkere en diepere lagen in hun spel. Wat is voor jou belangrijker? Het proces of de voorstelling? Dat vind ik lastig. Voor mij kunnen die twee niet zonder elkaar. Een slecht proces is het allerergste wat er is. Maar een slechte voorstelling ook, want daar word ik ziek van—voor de spelers én voor het publiek. Mijn doel is altijd om een goede voorstelling neer te zetten, maar het proces moet kloppen. Als dat niet goed is, zie je dat terug in het eindresultaat. Het draait uiteindelijk om verbinding, groei en kwaliteit—zowel onderweg als in het eindproduct. Het is eigenlijk gewoon een hele slechte vraag. Nee, het is een goede vraag, maar ik ben gewoon erg productgericht. Dat is echt één van mijn kenmerken. Ik wil een voorstelling neerzetten die inhoudelijk en technisch van hoge kwaliteit is. Alles moet kloppen: goed licht, goed geluid, alles goed verzorgd. Mijn doel is om de spelers helemaal tot hun recht te laten komen. Ik ben zelfs bereid om mijn eigen salaris in te leveren als dat nodig is, als het resultaat maar goed is. Tegelijkertijd wil ik ook een gezellige, hechte groep creëren. Die verbinding tussen de spelers zie je uiteindelijk terug in de voorstelling. Voor mij is dat proces minstens zo belangrijk. Iedereen is gelijkwaardig, en dat draag ik ook uit. Mijn ambitie is om theater te maken dat ertoe doet. Iets dat echt iets in gang zet, bij de spelers en bij het publiek. Dat kan een serieuze voorstelling zijn, maar lekker lachen mag ook. Toch ligt mijn kracht vooral in het maken van voorstellingen gebaseerd op de verhalen van de spelers zelf. Dat is waar ik denk dat ik het verschil maak. Meer info over de voorstellingen of een keer meespelen? Interview - Michel Linthorst
0 Comments
Your comment will be posted after it is approved.
Leave a Reply. |
Werkboek:
|