Sommige mensen hebben een bijzonder talent: zij kunnen met kinderen en jongeren omgaan op een manier die haast niet uit te leggen is, iets wat je niet zomaar kunt leren. Maar wat doen ze precies? Wat is hun geheim? In deze reeks interviews ga ik op zoek naar die unieke vaardigheden. Wat kunnen we als leraar hiervan leren? Hoe kunnen we beter worden in het begeleiden en lesgeven aan jongeren? Deze keer interview ik Harry Jansens, mijn oud-PABO-leraar en orthopedagoog. Door zijn inspirerende verhalen uit de praktijk, over ‘echte’ leerlingen heeft bij mij en vele andere studenten iets in gang gezet. Zijn boeken en zijn unieke aanpak is een bron van inspiratie voor velen. Tijd om nog eens naar zijn boeiende verhaal te luisteren. Ik ging bij hem op bezoek in Dordrecht. Een verhaal in 2 delen. Kun je iets vertellen over je achtergrond en hoe je carrière begon? Ik begon mijn loopbaan na het afronden van mijn studie pedagogiek aan de universiteit. Ik specialiseerde me in didactiek en de Russische leerpsychologie. Daarin wordt een koppeling gemaakt tussen de denkprocessen van het kind en de denkprocessen die nodig zijn om een taak uit te voeren. Hoe verliep je studie? Waren er vakken waar je in uitblonk? Tijdens mijn studie onderwijskunde haalde ik meestal een zes of zeven voor mijn tentamens, behalve voor onderwijs en psychologie, waar ik een negen voor behaalde. Dit geeft aan dat ik een goed begrip heb van hoe kinderen denken en functioneren. Wat heb je gedaan toen je afgestudeerd was? Ik ging werken in Spijkenisse als leerlingbegeleider. In het begin was ik een soort remedial teacher. Ik hielp kinderen met leerproblemen. Zo kon ik mijn theoretische kennis koppelen aan de praktijk. Zeer leerzaam. Later ben ik ook gaan lesgeven op de Pabo. Wat vonden studenten op de PABO van jouw lessen? Op de PABO kreeg ik vaak positieve reacties van de studenten, die mijn lessen boeiend vonden omdat ik praktijkvoorbeelden en echte verhalen van leerlingen gebruikte. Dat was waar het om draaide, niet alleen de theorie, maar de toepassing ervan in de praktijk. Vind je dat jouw eigen aanpak binnen het onderwijs altijd gewaardeerd werd? Toch is het apart dat als je een beetje een eigen stijl hebt of een eigen aanpak hanteert, je het in het onderwijs vaak lastig hebt. Gelukkig wordt er nu meer nadruk gelegd op de eigenheid van leerkrachten, en het is niet meer zo dat iedereen in hetzelfde strakke keurslijf moet passen. Hoe ontwikkelde je jezelf verder binnen het onderwijs? Op een gegeven moment ging ik ook leerkrachten begeleiden en ontwikkelde ik een cursus over hoe je met kinderen op school omgaat en over gedragsbegeleiding. Waar baseerde je die cursus op? De kennis die ik gebruikte, kwam voort uit het werken met emoties. Ik had een systeem gebaseerd op vijf emoties, wat bijzonder effectief bleek te zijn. De inspiratie kwam uit een boek over opvoedingsstijlen. Er is zelfs een computer leerlingvolgsysteem op gebaseerd: Op School Hoe werkte dat systeem in de praktijk? Ik begon te denken dat bij een normale opvoeding een kind meestal blij is. Bij overbescherming kan angst ontstaan, en hoge eisen kunnen leiden tot onzekerheid. Het boek introduceerde ook het concept van introverte en extraverte reacties. Een aantal ‘proefleerkrachten’ probeerde de nieuwe ideeën uit in hun lessen. Het sloot goed aan bij hun ervaringen en behoeften. Hoewel het theoretische achtergrond had, was het allemaal in de praktijk ontwikkeld. Wat is volgens jou essentieel in het observeren van kinderen? Het begrijpen van wat er in hun hersenen gebeurt, is iets wat ik goed beheers. Als ik observeer, zie ik hoe een kind zich gedraagt en kan ik inschatten of er bijvoorbeeld sprake is van angst. Dit vermogen om te observeren en analyseren is cruciaal. Ik herinner me bijvoorbeeld een jongetje dat tegen me zei: “Alleen als ik bij jou ben, werk ik goed.” Om dit te testen ging ik weg en vroeg hem om zijn werk te maken. Toen bleek dat hij het ook zonder mij goed kon doen, besefte ik dat de stilte in de ruimte een rol speelde. Toen ik dat eenmaal wist, zette ik zachte muziek op, en ook dan ging het goed. Heeft je eigen studietijd invloed gehad op je aanpak? Tijdens mijn studietijd had ik een professor die zei dat hij geen samenvattingen wilde, want hij kende die literatuur. Om te zien of ik de inhoud kende moest ik het verwerken in een schema. Dat is iets wat ik nog steeds doe. Het geeft structuur en overzicht aan complexe onderwerpen. Het helpt bij het visualiseren van hoe verschillende elementen met elkaar samenhangen. (Een voorbeeld van de schematische aanpak op basis van emoties) Hoe gebruik je dit in de praktijk? Met behulp van schematisch denken, kan je allerlei gegevens snel koppelen. Bijvoorbeeld, als een kind goed is in spelling maar slecht leest, kan dat wijzen op een probleem met de ogen. Dit soort inzichten helpen om verrassingen voor te zijn en een beter beeld te krijgen van de leerling. Als ik zie dat een klas heel onrustig is, dan moet ik mijn aanpak daarop aanpassen. Ik zeg altijd: als een leerling wel presteert wanneer het stil is, dan ligt daar een deel van het probleem. Hoe kijk je aan tegen het leren van fouten? Herkansingen zijn voor mij heilig. Als een leerling fouten heeft gemaakt, bijvoorbeeld drie fouten in een rekenrijtje, dan laat ik de leerkracht het kind zelf zoeken naar die fouten in plaats van ze direct aan te wijzen. Dit bevordert het leren en maakt het proces minder ontmoedigend. Het is een manier die tijd bespaart en een goed leermoment biedt. Als het bij de tweede poging goed ging, kon ik concluderen dat er sprake was van een werkhoudingprobleem en niet van een didactisch probleem. Het was belangrijk om voortdurend te analyseren waar het echte probleem zat en wat de onderliggende oorzaak was. Hoe ga je om met relatieproblemen tussen leerling en leerkracht? Als een leerkracht zegt dat een kind leuk is, maar zich in de klas niet leuk gedraagt, dan wijst dat erop dat de relatie in principe goed is, maar dat het probleem zich voordoet tijdens het leren. Dit kan een indicatie zijn van frustratie bij het leren. Soms kan het probleem in de relatie zelf liggen, bijvoorbeeld als een leerkracht erg prestatiegericht is. Hij stelt eisen aan het kind waar het kind niet aan kan voldoen. Hoe vergelijk je verschillende kinderen? Het denken in schema’s is voor mij bijna als het werk van een detective. Het idee is om continu bezig te zijn met de vraag: wat veroorzaakt het probleem? Je krijgt een beeld van een kind en dat vergelijkt je met beelden van andere kinderen waar je in het verleden mee gewerkt hebt. Ik noemde dat altijd een ‘modelkind’ Zo heb ik bijvoorbeeld een ‘modelkind’ voor faalangst en een modelkind voor extreme faalangst. Je onderzoekt dan eerst wat de overeenkomsten zijn en wat de verschillen zijn. Hoe kijk je naar kinderen zonder duidelijke gedragsproblemen?
De meeste kinderen in een klas zijn doorgaans blij, wat betekent dat ze geen direct probleem ervaren, zelfs als ze soms lastig kunnen zijn. Een kind kan een probleem hebben zonder er zelf last van te hebben. Dit geldt vooral voor kleuters; ze kunnen soms lastig zijn zonder dat het hen stoort. Dit is vaak een gevolg van de opvoedingsstijl in de klas. Wat is volgens jou de taak van een docent in zulke situaties? Het is interessant om op te merken dat docenten vaak vanuit hun eigen perspectief naar probleemgedrag kijken, terwijl het doel juist zou moeten zijn om vanuit het probleem van de leerling te kijken en een oplossing te vinden. Wat is dan je doel als docent? Mijn doel was altijd om kinderen blij en zelfverzekerd te maken, ondanks hun eventuele problemen of beperkingen. Ik wilde kinderen niet ‘repareren’, maar ze leren om met hun problemen om te gaan. Bijvoorbeeld, een kind met ADHD kan nog steeds gelukkig en succesvol zijn. Het gaat erom dat een leerkracht een kind accepteert zoals het is. Als een leerkracht een kind niet accepteert, zal het ook nooit succesvol leren. Acceptatie en aanpassing zijn dus cruciaal in mijn aanpak. Binnenkort : deel 2 Interview door Michel Linthorst Harry Janssens geniet inmiddels van zijn pensioen Dit is de link naar zijn website - https://www.onderwijspraktijk.nl/
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Werkboek:
|