Natuurlijk hebben we met onze leerlingen gesproken over Parijs. En hopelijk vooral geluisterd. Want zoals de nieuw-Zeelandse onderwijswetenschapper John Hattie zegt: Maar wat kunnen we eigenlijk doen nadat we het praten over Parijs moe zijn? Aan de problemen op wereldschaal kunnen we niet veel doen, ben ik bang. Maar op kleinere schaal kunnen we wel wat doen. In onze klas. Maar wat? Drie thema’s die een grote rol spelen. Verbinding Ik werkte op een school met kinderen uit 27 verschillende landen. Kinderen geboren in Nederland en kinderen gevlucht uit hun land. De school was de wereld in het klein. Ondanks de grote verschillen gingen de leerlingen wonderbaarlijk goed met elkaar om. Vooral vanwege de zeer betrokken en gepassioneerde leerkrachten en de goede band met hun leerlingen. Verbinding was het toverwoord. Vooral als een leerling uit onze handen leek te glippen. Niet alleen door te proberen in verbinding te blijven met de leerling door te luisteren, te praten en samen te zoeken naar oplossingen voor soms complexe situaties. Maar ook door in verbinding te staan met de ouders, wijkagent, het wijkteam en de voetbalclub. Om nog voor het écht fout kon gaan in te grijpen. Vertrouwen De basis van verbinding is vooral vertrouwen. Vertrouwen heeft tijd nodig om te groeien. Dat ontstaat niet van het ene op het andere moment. Je kunt niet van je leerlingen eisen: 'Vanaf nu moeten jullie elkaar vertrouwen.' Maar het kan wel groeien als je ze vertrouwen laat ervaren en oefenen. 'Hans, jij doet een blinddoek om en Tawfik leidt je door de ruimte.' 'Tawfik jij laat je een klein beetje achterover vallen, Hans jij vangt hem op. Ga niet te snel! Stapje voor stapje.’ En als het lukt en het vertrouwen groeit en Tawfik aan Hans vertelt over zijn vlucht uit Afghanistan, dan weet je dat het keer op keer oefenen zin heeft gehad. Niet alleen omdat de actualiteit daar nu om schreeuwt, maar omdat je het belangrijk vindt dat je leerlingen elkaar meer vertrouwen, meer begrip en empathie hebben en ze zich verbonden voelen ongeacht afkomst of religie. Omdat de school nou eenmaal de wereld in het klein is. Of zoals Stephen Hawking zegt: 'De menselijke eigenschap die ik het liefst zou willen versterken, is de empathie", verklaart hij. "Ze verenigt ons in een vredige, liefdevolle toestand.' Een ander belangrijk thema deze week Perspectief De film 'Black' speelt zich af in Molenbeek, een broeinest van bende-oorlogen en criminaliteit, als we het moeten geloven. Hoe dat zo gekomen is? De meest gehoorde reden: de jongeren hebben geen perspectief. Geen zicht op werk of een goede toekomst. Geen doelen en dromen. Ze voelen zich niet verbonden met deze maatschappij en zoeken daarom een alternatief want ze willen toch ergens bij te horen. De film heeft iets dubbels. Het laat de uitzichtloze toestand van de jongeren zien. Maar het laat ook zien dat als je ze een kans geeft, in hun talenten gelooft, dat ze kunnen schitteren bijvoorbeeld in een film. En dat er zich opeens betere alternatieven voordoen. De reden voor jongeren om hun bed uit te komen en te leren, is wanneer ze perspectief hebben. En een droom of een doel. Ze willen zich, net als jij en ik, verbonden en waardevol voelen omdat ze iets kunnen betekenen of bijdragen. En aan ons de taak om ze te helpen. Door in ze te geloven. Ze te helpen hun talenten en dromen te ontdekken en voldoende zelfvertrouwen en perspectief te geven. En ze rolmodellen voor te spiegelen zoals Ali B, Stromea of de jongens van de film 'Black' Zodat Molenbeek vooral bekend komt te staan als een broeinest van talent. Michel Linthorst
'But maybe I am a dreamer but I’m not the only one. I’ll hope some day you will join us, and the world will be as one’
0 Comments
Of: Hoe blijf je veerkrachtig? En hoe krijg je veerkrachtige leerlingen? Leerkrachten hebben na luchtverkeersleiders het vaakst een burn out. Leerlingen zijn nooit burn out. Ze zijn misschien wel eens geïrriteerd, gefrustreerd, boos, bang, achterdochtig, machteloos of uitgeblust. Maar dat noemen we dan gedragsproblemen, puberaal, agressief of niet gemotiveerd. Een leerkracht met o.a. deze symptomen noemen we ‘burn out. ' Maar eigenlijk zitten ze in hetzelfde schuitje. En daarom presenteer ik u hierbij met gepaste trots. De oplossing voor al uw (dreigende) burn-out klachten. Veerkracht!! De in 5 stappen-naar-succes-formule voor meer veerkracht. Want hoe groter jouw veerkracht des te kleiner jouw (kans op) burn-out. Een succes-formule. In 5 stappen! Dat geloof je toch zeker zelf niet! Pff. Bestaat niet hoor, zo'n in 5 stappen-succes-formule. Nee, veerkracht vergroot je alleen door te oefenen en te trainen. Het heet niet voor niets: veer-kracht 'Wil je echt begrijpen wat veerkracht is, dan moet je het eerst voelen en ervaren,' zei ik tijdens de training voor leerkrachten, vorige week. Erover nadenken en praten komt later wel.' Veel effectiever en leuker bovendien. 'Je krijgt van mij drie ballonnen.' 'Een slappe. Een stevige. En één maximaal opgeblazen ballon.’ 'Ga met de rug naar elkaar staan met een ballon ertussen. En duw een beetje tegen elkaar aan. Welke ballon geeft de meeste veerkracht?’ 'De slappe ballon heeft helemaal geen veerkracht.' 'De maximaal opgeblazen ballon heeft nauwelijks ruimte om te veren. Die staat te strak gespannen.’ De stevige ballon heeft wel ruimte om terug te veren.’ 'Stel dat deze ballonnen mensen zijn?' vraag ik. 'Die slappe is burn-out. En die maximaal opgeblazen dreigt burn-out te gaan.’ De middelste is veerkrachtig en kan een stootje hebben.’ De rest van de middag onderzoeken we 'veerkracht' van alle kanten. Door eerst een oefening te doen en daarna onze ervaringen te beschouwen. We ontdekken een aantal elementen ie een rol kunnen spelen bij het vergroten van veerkracht: Je eigen grenzen aanvoelen Leerkrachten zijn vaak heel loyaal. Ongemerkt kunnen ze teveel hooi op hun vork nemen. Maar meer veerkracht betekent niet meer doen. Het betekent: genoeg ruimte over hebben om onverwachte situaties op te vangen. Je houdt genoeg ruimte wanneer je op tijd aanvoelt wanneer je eigen grens bereikt is Voldoende zelfvertrouwen en zelfkennis. Vertrouwen krijg je o.a. door succeservaringen. En succesvol kan je zijn als je weet wat talenten en kwaliteiten zijn en die kunt inzetten in je werk of op school. Balans tussen inspanning en ontspanning Bedrijven en topsporters weten het al: een goede balans tussen spanning en ontspanning zorgt voor hogere productiviteit en prestaties. In het onderwijs staat de boog vaak te lang gespannen. Ontspanning door te bewegen of spel zijn bijvoorbeeld een goede afwisseling voor denken en stilzitten. Motivatie en drijfveren Wanneer je van binnenuit gemotiveerd en gedreven bent is het makkelijker om meer veerkracht op te brengen om je doel te bereiken en met tegenslagen om te gaan. Het helpt om te weten wat je doel is en op welke manier de lesstof hier een bijdrage in levert. Oplossingsgericht denken. Als je het vertrouwen hebt dat je altijd een oplossing kan bedenken voor problemen dan geeft dat een gevoel van ruimte en vrijheid in je hoofd. En dus een grotere veerkracht. Verbinding en ondersteuning “Het is belangrijk minstens een persoon te hebben die naar je luistert en altijd in je blijft geloven.’ Constructieve feedback Hierbij ligt de nadruk niet op het resultaat maar op de (positieve) wijze waarop de leerling zijn taak heeft uitgevoerd. Door het positieve gedrag herhaaldelijk te benadrukken en te bespreken versterk je dit positieve gedrag en vergroot je o.a. veerkracht en doorzettingsvermogen. Voorbeeld: 'Josefien, het antwoord was niet helemaal goed, maar ik zag dat je je uiterste best deed om de som op te lossen.' Veerkracht kun je vergroten door te oefenen! Je kunt praten over vaardigheden, maar je leert geen piano spelen door er een boek over te lezen. Hetzelfde geldt voor veerkracht. Erover praten helpt maar oefenen en ervaren is beter. En aan het eind van de dag:
even uitrusten op de veerkrachtige ballonnen. Michel Linthorst Blog automatisch ontvangen Volg 7 Life Skills op 'Probeer een beetje door te lopen,’ zeg ik tegen Mira. Ze heeft downsyndroom en is niet van plan aan mijn verzoek te voldoen. 'Straks komen we te laat voor de gymles.' Iedere vrijdag loop ik met mijn groep 5 naar de gymzaal. Mira zit op een 'normale' basisschool vanwege het passend onderwijs. Mira kan ons tempo niet bijbenen. Net als in de meeste vakken. Niet dat ze geen talenten heeft. Zeker wel. Ze kan ongelofelijk mooi schilderen en tekenen. Maar vandaag loopt Mira wel erg langzaam. Niet dat ze niet sneller kan. Maar Mira is behoorlijk eigenwijs. Ik hou ontzettend van eigen-wijze kinderen. 'Maar nu komt het even niet uit. Vorige week was ik ook al te laat. En ik wil niet nog een keer een uitbrander van de gymleraar,’denk ik. Mira heeft mijn hand stevig vast. Ik duw haar voorzichtig vooruit terwijl ik haar probeer af te leiden. 'We krijgen een hele leuke les vandaag.' Maar Mira wil niet geduwd worden en stribbelt nog harder tegen. Ze heeft gelijk. Zou ik ook doen. 'Mira is lekker relaxed en gaat haar eigen gang.' Stiekem ben ik wel een beetje jaloers op haar. Ik voel me als leerkracht altijd zo opgejaagd. Ik moet zo veel doen! 'Ik kan nog wat leren van Mira,' denk ik.' Opeens snap ik het! Mira heeft geen probleem. Ik heb een probleem. En als duwen niet werkt. Misschien dan wel het omgekeerde. Ik laat de hand van Mira los. Opeens is ze alert. Ze zoekt naar mijn hand. Ik loop een beetje sneller, en laat mijn hand losjes achter me 'wapperen.' Mira heeft mijn hand weer te pakken. Ik trek me voorzichtig los en loop een paar passen stevig door. Mira moet en zal mijn hand vast houden. Maar ik wriemel mijn hand weer los. Ik steek alleen mijn pink uit.
Mira pakt hem vast. Maar om hem vast te blijven houden moet ze iets sneller lopen. Opeens snap ik waar het onderwijs om draait. Je moet ze niet duwen maar uitnodigen! Mira moet een noodzaak hebben om te bewegen en te leren. Een drijfveer. Een beweegreden. Niet omdat ik dat van haar verlang. Maar omdat ze het zelf wil. Michel Linthorst (Dit verhaal is samengesteld uit mijn eigen ervaringen als leerkracht.) 'Hou je schrift op je eigen tafel!' schreeuwt Sanne tegen Robert, die naast haar zit. Ik kan het me wel voorstellen. Dertig tieners in een bedompt lokaal van 7 bij 7. En de enige ruimte die Sanne voor zichzelf heeft, is haar tafel. Mijn groep is net als de samenleving, maar dan in het klein. Ook buiten het klaslokaal is ruimte delen een probleem. Even later kijken we het jeugdjournaal 'Nederland is vol!' schreeuwt een mevrouw boos. Ik zet de tv uit. ’We gaan naar het speellokaal,’ zeg ik. Gaan we dan niet debatteren?’ vraagt Emile verbaasd. 'Nee, dit keer niet.' Er liggen kranten, opengevouwen op de grond verspreid. 'Maak tweetallen en ga bij een krant staan. Ga er nu allebei op staan.' Alle leerlingen staan op de krant. 'Stap er nu maar weer af!' 'Wie stapte er als eerste op?' vraag ik. Vingers gaan de lucht in.' 'En wat zegt dat jullie?' 'Dat ik brutaler ben.' 'Dat ik initiatief neem.' 'Dat ik de ander voor laat gaan.’ 'Dat is sloom ben.' 'Ga nog eens allebei op de krant staan. Je voeten moeten er helemaal op.’ De leerlingen kijken me vragend aan. Het past maar net. Ze staan met hun gezicht naar elkaar. 'En nu?' vraagt Emile?' Ik laat ze even in het ongewisse. Sommige kinderen wiebelen wat ongemakkelijk. Sanne staat helemaal op het uiterste puntje van de krant. 'Ga nu eens op een andere manier op de krant staan.' 'Hoe bedoelt u, anders?' vraagt Robert. 'Probeer te ontdekken op welke manieren je op de krant kan staan,' zeg ik. De kinderen staan met hun ruggen of schouders tegen elkaar. Of een combinatie daarvan. 'Bepaal nu wat voor jullie de beste manier is om de ruimte te delen,' vraag ik. Vriendinnen Louisa en Ellen omarmen elkaar. Henk en Willem leunen relaxt met hun ruggen tegen elkaar Marianne en Sjors staan schouder aan schouder, met hun armen over elkaar. Iedereen staat anders. Je ziet zoveel gebeuren tijdens deze oefening. Maar zoals altijd, hou ik mijn mening voor me. Hoe ik erover denk, doet er niet toe. 'Stap maar van de krant. Wat hebben we net gedaan?’ 'Ruimte gedeeld op een Algemeen Dagblad,' zegt Robert met veel gevoel voor humor. (Ik zeg eigenlijk nooit wat de bedoeling is van deze lessen. Anders schieten ze meteen in de denk-stand. En dat is nou net wat ik niet wil. Ik wil dat ze ervaren, ontdekken, experimenteren en doen. En zelf hun mening vormen.) Achteraf vertellen de leerlingen over hun ervaringen: 'Ruimte delen is makkelijker als de ander je ook wat gunt.' 'Of als je elkaar beter kent.' 'Tegenover elkaar staan voelt alsof je ruzie hebt, naast elkaar alsof je vrienden bent.' 'Als je knoflook hebt gegeten kan je beter met je rug tegen elkaar staan.' 'Ha, ha, dank jullie wel. Goed verteld en geluisterd,’ zeg ik . 'En dan nu terug naar de klas voor jullie favoriete vak. Breuken!' Michel Linthorst Ik loop voldaan terug naar het klaslokaal. Het is me gelukt om ze iets te leren door alleen maar vragen te stellen. De volgende keer doen we weer een oefening met een krant maar nu moeten ze hun eigen ruimte bewaken. Een oefening, speciaal voor Sanne, om te leren op een goede manier haar grenzen te stellen en voor zichzelf op te komen. En de week daarop: ruimte delen op de wiebelplank.
Ze geloven vast niet dat er echt 14 leerlingen op zo’n plank passen van 100 x 50 cm De blog per mail ontvangen? Als Giovanni de kleine gymzaal binnenkomt kijkt hij me wantrouwend aan. 'Doe je mee met de les? Of wil je liever eerst kijken?' vraag ik neutraal. Iedere woensdag geef ik 'sociale vaardigheids-les' op de ZMLK-school. (zeer moeilijk lerende kinderen) Dit keer gaat het over 'vertrouwen'. Giovanni kijkt met angstige ogen toe. Hij heeft hechtingsproblemen. Als de les is afgelopen zeg ik tegen Giovanni: ’Fijn dat je erbij was, tot volgende week.’ Ook tijdens de tweede les kijkt hij toe. Maar af en toe 'vergeet' hij om bang te zijn. Vooral als ik de leerlingen aan het lachen probeer te maken, hetgeen volgens de regels van het standbeelden-spel 'streng verboden' is. :) Bij aanvang van de derde les valt me op dat Giovanni rustiger uit zijn ogen kijkt. Hij neemt plaats op zijn vertrouwde plekje in de hoek van de zaal. Aan het eind van de les herhalen we: ’blindemannetje'. Hoe vaker je deze oefeningen doet, hoe beter het gaat. Net als met de tafels. 'Wie wil het nog een keer voordoen, samen met mij?' vraag ik. Alle vingers gaan omhoog. Dan opeens staat Giovanni naast me. Ik had hem niet horen aankomen, op zijn sokken. Mijn hart maakt een salto, maar ik blijf neutraal. Giovanni heeft helemaal uit zichzelf besloten dat hij klaar is om mee te doen. Uitgerekend tijdens de oefening over 'vertrouwen'. Hij sluit zijn ogen en met een losse hand op zijn schouder leid ik hem door de zaal.
Als we klaar zijn gaat hij naast zijn klasgenoten zitten. Vanaf dat moment mist hij geen enkele les. Michel Blog automatisch ontvangen Volg 7 Life Skills op (foto's: niet van ZMLK) Onze landlady heeft Kevin gevraagd ons een handje te helpen in de tuin. Op een nazomerse dinsdag klopt Kevin, de gepensioneerde tuinman van het historische Batcombe House op onze keukendeur. 'Is het goed als ik vandaag begin?' vraagt hij. 'Natuurlijk,' zeg ik en trek meteen mijn Wellies aan om hem te helpen. Ik pak mijn opschrijfboekje om van hem te leren. Ik droom al jaren van een tuin. Met groenten, kruiden, bloemen, bonen en een stukkie gras. Heb ik van mijn opa die ik als 4 jarig ventje hielp met sperziebonen plukken in zijn moestuin langs de spoorlijn. 'Eerst de vlinderstruik’ zegt Kevin. Binnen drie minuten is hij geknipt en geschoren. Dan de appelboom. Ik vind hem lelijk. Eén trieste appel bungelt aan een slappe tak. Hij is uit de kluiten gewassen en met klimop overwoekerd. Hij moet nodig naar de kapper. (gedicht Jasper Frauenfelder - Illustratie Michel Linthorst) 'Zou deze appelboom nog wel weten dat hij een appelboom is?’ vraag ik me af. Steve klimt met zijn twee nieuwe heupen soepel de boom in. Vakkundig snoeit hij de ene na de andere tak. Ik gooi ze vakkundig op een hoop. 'Hij is pas goed gesnoeid als een duif tussen de takken door kan vliegen,' legt hij uit. Pietepeuterig pulk ik de klimop van de stam. Het spul heeft de boom stevig in zijn greep en verstikt hem tot in zijn kruin. 'We zijn net op tijd,’ zegt Kevin. 'Zie je deze dikke tak? Hij heeft zich in het muurtje geboord. Waren we hier een paar weken later mee begonnen, dan had hij vast het muurtje omver geduwd Misschien wilde de appelboom ons iets duidelijk maken?' zegt Kevin met veel gevoel voor poëzie. 'Ook een boom heeft ruimte voor zichzelf nodig, net als jij en ik.' 'Iedereen wil gezien worden, zoals hij echt is.' Op zijn knoestige bast zitten blauwe schimmelplekken. 'Komt door de klimop die hem verstikte. Nu hij weer lucht heeft, verdwijnen die plekken vanzelf.’ Langzaam maar zeker komt er een prachtige boom tevoorschijn. 'Minstens 100 jaar' zegt Kevin.
'De kunst van het snoeien is om alleen over te houden wat er toe doet.’ Ik schrijf de woorden van Kevin nauwkeurig op. Dit is meer dan een les in tuinieren. Michel Linthorst 'Fred zit geen 5 minuten stil,' zegt juf Marije van groep 6. 'Hij trekt de hele dag aandacht. En als ik iets probeer uit te leggen lijkt hij wel in een andere wereld.’ Het is donderdagmiddag na schooltijd. Op tafel staan HEMA-bekers met laffe koffie uit een automaat. Met zes collega’s bespreken we een lastige situatie uit de dagelijkse praktijk van een leerkracht, ook wel intervisie genoemd. Onderwijs is soms net topsport. De druk om goede scores te halen is groot. Sommige collega’s vinden het lastig om hun 'problemen' te bespreken. Maar in deze intervisie-vorm waarin je elkaar vooral steunt, en waarin niet geoordeeld wordt, voert opluchting en eensgezindheid de boventoon. Het is altijd fijn te merken at je niet de enige bent die het zwaar heeft. Wat me opvalt tijdens intervisie is dat wat het probleem lijkt te zijn, meestal niet het 'echte' probleem is. Er is meestal een diepere oorzaak die het 'probleem' veroorzaakt. Maaike komt niet verder met lezen, omdat ze de boekjes saai vindt. De 'technische’ aanpak werkt niet voor haar. Dat ze niet verder komt heeft niets te maken met haar intelligentie of motivatie zoals de juf eerst dacht. Richard scheldt Hans uit voor 'rooie' Niet omdat hij een hekel aan hem heeft, Richard is boos omdat zijn ouders gaan scheiden. Het probleem is dat hij nooit heeft geleerd hoe hij met zijn emoties om moet gaan. Als je alleen aan het 'oppervlakkige' probleem werkt los je het nooit op. Je moet kijken naar de oorzaak. Naar dat wat er 'onder' ligt. Soms ontdek je dat 'de oorzaak' helemaal niet bij het kind ligt, maar in het systeem, in de verbinding met leerkracht of in de manier van lesgeven Neem nou Suzanne. Ze is een echte doener. Geen denker. Ze leert het beste door te ontdekken, te doen, uit te proberen. Maar 95% van haar lessen worden op een cognitieve manier gegeven. Ze scoort ondermaats en heeft moeite zich te focussen. Haar leerkracht trekt alles uit de kast om haar te motiveren. Maar dat maakt het alleen maar erger. Want hoe goed Suzanne ook haar best doet, deze manier van leren past niet bij haar. De extra motivatie en gesprekken ervaart ze vooral als extra druk. In de 7 life skills-trainingen leren de deelnemers hoe ze de onderliggende oorzaak van een probleem kunnen ontdekken. Door leerlingen goed te observeren en te analyseren tijdens de oefeningen. Tijdens de intervisie bespreken de deelnemers een leerling aan de hand van hulpvragen. Het eindigt altijd met het bedenken van één actie. Hoe kan jij het verschil maken voor jouw leerling? Frans heeft moeite met lezen. In eerste instantie kreeg hij extra hulp en huiswerk. Maar diepere oorzaak van het probleem bleken zijn slechte ogen te zijn. Hoe zijn leerkracht het verschil maakte? Hij stuurde Frans naar de oogarts voor een bril. Michel Linthorst Blog automatisch ontvangen Volg 7 Life Skills op Ik bel aan bij de koffieshop. Een opgepompte kerel doet open met een blik alsof hij zeggen wil: 'Wij doen geen deals met puisterige onderkruipsels.’ Mijn drijfveren zijn echter van een geheel andere aard dan hij tot op dat moment veronderstelt. ‘Die witte racefiets, hier voor de deur… ,’ stamel ik, ‘uh, van wie is die?’ Gek genoeg ben ik niet bang. Vreemd eigenlijk. Als klein jochie ging ik al janken als ze zeiden:’ ga maar janken,’ En nu stond ik daar een beetje stoer op de stoep te staan. 'Dat is mijn fiets,’ zegt die klerenkast dreigend. ‘Waarom?’ 'Nou, ik liep hier langs en herkende opeens mijn gestolen fiets,’ zeg ik, De bullebak doet een stap naar voren. ‘Dus jij beweert dat ik jouw fiets gestolen heb?’ 'Oh shit,’ denk ik, ‘sukkel, denk nou eerst eens na voor je iets onbezonnens doet.’ Ik overweeg hard weg te rennen, maar mij rechtvaardigheidsgevoel, dat me binnen enkele momenten in nog grotere problemen zal brengen, geeft me een klap in mijn gezicht en zegt: 'Niet gaan janken nou, jongetje. Dit is JOUW fiets! Je hebt er recht op dus je zorgt maar dat je hem terugkrijgt!’ ‘Nee, ik zeg niet dat jij, eh u, hem gejat heeft, maar, het is wel mijn gestolen fiets!’ ‘Hoe komt u eigenlijk aan die fiets?’ Ik probeer zo zelfverzekerd mogelijk over te komen. De klerenkast doet een stapje terug. Bespeur ik een aarzeling in zijn stem? Onzekerheid in zijn ogen? Ja, verdomd als het niet waar is. Ik heb mister Goliath in de hoek. Nog een paar klappen en hij gaat knock out. 'Gekocht in Rotterdam een paar weken geleden.’ Dit watje met spierballen weet, dat ik hem bijna heb ontmaskerd. Hij liegt en hij weet dat ik het weet. ‘Voor hoeveel?’ draai ik langzaam maar zeker zijn duimschroeven aan. 'Drie tientjes,’ zegt hij. Ik sta op het punt om een linkse directe uit te delen, en triomfantelijk mijn fiets op te eisen, wanneer er nog drie uitsmijters in deuropening verschijnen. Opeens zijn de rollen omgedraaid. Ze hebben mij in de hoek. Mijn rechtvaardigheidsgevoel heeft ondertussen de benen genomen. Ik overweeg zijn voorbeeld te volgen. ‘Weet u wat,’ zeg ik met trillende stem, ’hou hem maar, veel geluk ermee.’ Enigszins opgelucht omdat ik niet knock out ben gegaan, slenter ik er zo nonchalant mogelijk vandoor, mijn goeie, ouwe racekarretje achterlatend in de handen van die kidnappers! Maar op de hoek van de straat wordt ik staande gehouden door mijn rechtvaardigheidsgevoel, dat daar de hele tijd op me heeft staan wachten. Het geeft me een harde klap in mijn gezicht en scheldt me mijn huid vol. ‘Je bent toch geen watje! Je laat weer eens over je heen lopen. Door een paar van die body-builders. Pfff. Eitje. The story of your life. Grow up! Dit is het moment om er voor eens en altijd mee af te rekenen.’ Mijn rechtvaardigheidsgevoel heeft gelijk. Zonder na te denken loop ik naar het politiebureau, honderd meter verderop. ‘Ik zie mijn gejatte fiets staan,’ zeg ik tegen de agent. 'Ze hadden hem wit gespoten, die criminelen, maar ik herkende hem meteen. Dat hengsel van die remmen. Dat harde zadel. En die kapotte bidonhouder.’ Kennelijk klink ik nogal overtuigend want vijf minuten later loop ik met twee agenten in mijn kielzog in de richting van de koffieshop. De mensen op straat kijken me na alsof ik een Matt Damon ben die bewaking nodig heeft om de fans van zich af te houden. 'Even geen handtekeningen A.U.B. Ik ben op een missie! Mijn fiets moet gered uit de handen van criminelen. En mijn zelfbeeld probeer ik ondertussen ook te redden,’ denk ik Gelukkig staat mijn fiets er nog. Zodra de agenten aanbellen probeer ik een lantaarnpaal te imiteren. Ze doen niet open. De lafaards. Waarschijnlijk bezig om het land te ontvluchten. De agenten knippen mijn fiets los met een betonschaar. En hoewel ik geen aankoopbewijs meer kan vinden, is mijn verhaal kennelijk zo overtuigend dat ik mijn ouwe karretje mee krijg. Michel Linthorst Nawoord. Dit verhaal was voor mij aanleiding om nog eens na te denken over het beeld dat ik als kind en jonge volwassene van mezelf had. Eerlijk gezegd: een niet al te geweldig zelfbeeld. Ik vond mezelf een schijtebroek, niet al te knap en zeker niet stoer. Maar ik ontdekte dat dat beeld niet kon kloppen met de werkelijkheid. Daarvoor kon ik genoeg gebeurtenissen bedenken die het tegendeel bewezen. Zo werd ik ooit van mijn fiets geslagen door een groep jongens terwijl ik ze wilde passeren op een brug. De volgende dag ging naar de stad om dwars door zo’n zelfde groep jongens heen te lopen. Ik wilde mezelf bewijzen dat ik niet bang was. En ook wilde ik mezelf overtuigen dat niet alle groepen jongens mij altijd in elkaar zouden slaan. Toen ik een tijd terug een oude klasse-foto bekeek, viel me op, dat ik mezelf eigenlijk best een lief, leuk ventje vond. Een heel ander beeld dan ik jaren had. (Helemaal rechts, hurkend) Vanaf dat moment ben ik opnieuw gaan kijken naar mezelf.
Ik keek niet alleen naar wat ik gedaan en bereikt had, maar probeerde ook mijn talenten en sterke eigenschappen te ontdekken. Een zelfbeeld ontstaat vaak door meningen en oordelen die anderen over je hebben die jij ten onrechte bent gaan geloven. Tijdens de 7 life skills-training helpen we de leerlingen en deelnemers zelf te ontdekken wie ze echt zijn, wat hun talenten en sterke eigenschappen zijn. Bijna altijd heeft het een positief effect op hun zelfbeeld en vergroot het hun zelfvertrouwen. Wil je meer weten of zelf ook de 7 Life Skills-training geven? De eerstvolgende training van 2 x 2 dagen is op 2&3 november en 19&20 november 2015 Wil je meedoen, of meer informatie, stuur me dan een mailtje. Blog automatisch ontvangen? 7 Life Skills op social media volgen: Maaike uit groep 4 staat schuchter in de deuropening van mijn kleine kantoor. Achter haar staat juf Wendy. 'Maaike heeft moeite met lezen,' zegt de juf met een samenzweerderige knipoog. Alsof ik niet allang weet dat Maaike uitgebreid getest is en dat de tips van de onderwijsadviesdienst niets hebben opgeleverd. Daarom was ik een paar dagen eerder toevallig even in de klas en toevallig zag ik hoe juf Wendy alles uit de kast trok om Maaike verder te helpen. 'Oké, Maaike, begin maar. Doe goed je best. 'Pim is lief. Het hond…' 'Kijk nog eens goed Maaike,' zegt juf Wendy geduldig, wat staat er?' Maaike zucht. 'Het…' 'Nee, niet het maar…' 'De!' 'Goed zo!' 'De hand van Pim.' 'Nee, niet hand maar…' Juf Wendy doet haar best om zo geduldig mogelijk over te komen. 'Hond.' 'Goed zo, zie je wel dat je het kan.' Maaike en juf Wendy worstelen van fout naar fout. Als het er na 20 minuten eindelijk opzit kijken ze niet blij. Het lezen gaat moeizaam, Maaike komt nauwelijks vooruit. ‘Daarom dachten wij…,' zegt juf Wendy, 'misschien wil meester Michel een beetje met Maaike oefenen. Want Maaike wil heel graag AVI 4 halen.’ Maaike gaat aan tafel zitten en doet haar boekje open. 'Pim eet soep.' 'Voor je verder gaat met lezen,' fluister ik,' zou je me misschien willen helpen?' 'Ik heb een nieuw spel bedacht.' Maar ik weet niet of het leuk is? Wil jij het misschien uitproberen?' Maaike schuift naar het puntje van haar stoel. We spelen het geheugenspel en Maaike en ik hebben plezier. (Zo doe ik meestal, eerst elkaar wat beter leren kennen en lol hebben voordat we 'echt’ aan de slag gaan) 'Oh jee,' zeg ik na 20 minuten,'we zouden ook nog lezen. Weet je wat, als jij nou snel even deze bladzijde leest, dan doen we morgen de rest. Goed?’ Pim eet soep' De soep is heet 'au’ zegt Pim. 'Goed gedaan. Zie ik je morgen weer?’ De volgende ochtend zit Maaike al naast me als juf Wendy in de deuropening verschijnt. 'Jij hebt er zin in,' zegt ze verbaasd en loopt terug naar haar klas. Ze legt haar boekje aan de kant en vraagt: 'Gaan we het geheugenspel spelen?' Nou, ik wilde eigenlijk iets anders vragen.’ 'Ik moet vanmiddag les geven aan groep acht, maar ik weet niet waarover. Weet jij misschien iets?’ 'Planeten,' zegt ze meteen. ‘Goed idee. Weet jij veel van planeten?' 'Pluto is de kleinste en Saturnus heeft ringen. Op mijn plafond heb ik lichtgevende sterretjes en planeten.’ Maaike vertelt zonder te stoppen. 'Interessant, heb ik altijd al meer over willen weten,' zeg ik. 'Zullen we kijken of er in de bieb een boek over te vinden is. Want ik weet er niks van en ik heb plaatjes nodig.’ Terug in mijn kantoor doet Maaike 'De ontdekking van de planeten' open en begint erin te bladeren. Ik lees een stukje hardop voor. Maaike voorziet me van extra informatie.
'Wil jij een stukje lezen, vraag ik tussen neus en lippen door. Maaike begint te lezen in dit boek wat eigenlijk veel te moeilijk voor haar is.' Maar iedere keer als Maaike een woord niet weet, of verkeerd zegt, zeg ik het gewoon voor. Maaike herhaalt het woord bijna automatisch. Ze probeert het ook echt in zich op te nemen, omdat ze alles van planeten wil weten, en het ook zelf wil kunnen lezen. Na een paar keer voorzeggen, herkent ze opeens het woord Saturnus. En dat is geen avi-4 woord. 'Maaike, ik heb een plan, zullen we ons eigen planetenboek maken? Maaike lacht. Drie weken werken we aan 'Maaikes grote planetenboek'. Maaike tekent, we zoeken informatie en plaatjes, en alle nieuwe woorden schrijven we in het boek. Hoe moeilijker, hoe leuker. Trots laat Maaike haar zelfgemaakt boek zien aan juf Wendy. De juf is wat verward, want Maaike leest nog steeds niet op avi 4 niveau in de klas. 'Ik denk dat die boekjes misschien te saai en te makkelijk voor haar zijn. Daardoor doet ze te weinig haar best,' zeg ik tegen haar juf. Omdat het verhaal haar niet interesseert.' 'Ze is nogal eigenwijs, zoals je weet.' 'Ik heb een plannetje.' Je geeft Maaike een boekje van niveau 5, zegt haar dat als ze haar stinkende best doet, dat ze twee keer per week samen met jouw mag lezen in een zelf gekozen boek. Het plan: we proberen haar de liefde voor boeken en lezen opnieuw te laten ontdekken. Hopelijk gaat ze uit zichzelf haar best doen om te begrijpen wat er staat. En dat kan ze want ze is behoorlijk slim. Probeer de komende tijd vooral samen plezier te hebben. En als iets fout is of ze kan er niet opkomen, dan zeg je het meteen voor. Dat houdt de vaart erin. Het verhaal en plezier hebben is nu even belangrijker dan de techniek.' Juf Wendy aarzelt een beetje. 'Maken we het haar dan niet te makkelijk?' 'Als ze maar leest, toch?' Michel Linthorst De strategie pakte goed uit voor zowel Maaike als de juf. Maaike kreeg inderdaad weer plezier in het lezen en ging met sprongen vooruit. Deze manier van begeleiden, vervat in de 7 Life Skills-principes, kun je op alle lessen toepassen. Het gaat erom dat je eerst werkt aan een goede verbinding en uitzoekt wat de interesses, talenten en dromen van een leerling zijn. En dat een leerling snapt waar de les in zijn of haar dromen passen. Het plezier in leren is belangrijker dan het (korte termijn) resultaat. Als een leerling van binnenuit gemotiveerd is om te leren, zullen de resultaten op langere termijn minstens zo goed zijn of beter. Wil je meer weten of zelf ook de 7 Life Skills-methode kunnen toepassen? De eerstvolgende training van 2 x 2 dagen is op 2&3 november en 19&20 november 2015 Wil je meedoen, of meer informatie, stuur me dan even een mailtje. Like 7 Life Skills op of link met me op Linkedin 'Hoe kan ik echt het verschil maken voor mijn leerlingen,' vroeg ik mij af. 'Er moet toch een hoger doel zijn naast het in razend tempo overdragen van kennis en hoge cito-scores.' Ik zag het helemaal voor me: Een klas vol blije leerlingen, die leren omdat ze dromen hebben, ergens in willen uitblinken en als hongerige wolven vreten van de kennis. Maar mijn grootste drijfveer was om kwetsbare kinderen te helpen wat steviger te worden, met meer zelfvertrouwen, veerkracht en wat beter in hun vel. Maar hoe? Ik was zelf nog een maar broekie en had geen idee waar te beginnen. Wat wist ik nou helemaal van het leven. Tot ik de multimiljoen-bestseller 'de 7 eigenschappen van effectief leiderschap' kreeg . Ik verslond het in één dag en daarna nog minstens 14 keer. Hierin stond precies wat ik nodig had. Voor mezelf en voor mijn leerlingen. Waarom had niemand me dit eerder verteld? Waarom had ik dit nooit geleerd op school of op de PABO? Vanaf dat moment was ik los en op zoek naar nieuwe rolmodellen en naar de inspirerende 'leiders' van deze tijd. Als snel werd sir Ken Robinson een van mijn grote voorbeelden. In zijn boek 'Het element' schrijft hij wat er gebeurt als je je passie en talenten ontdekt. En wat het belang is van het leren van vaardigheden. Ondanks mijn gepassioneerde zelfstudie merkte ik dat alleen lezen van inspirerende boeken en erover nadenken niet veel zoden aan de dijk zette. Als ik echt iets wilde leren moest ik het ook in de praktijk uitproberen. En desnoods fouten durven maken. Hoewel mijn eerste pogingen niet meteen succesvol verliepen, merkte ik na verloop van tijd dat het toch hielp om een betere meester te worden. Dus ging ik stug verder met lezen van boeken, net zo vaak tot ik ze wel kon dromen. 7 onderwerpen keerden telkens terug. Kennelijk waren dit de thema’s waarop ik mijn pijlen moest richten. De kennis die ik opdeed zette ik om in speelse ervaringsgerichte oefeningen. Iedereen weet dat kinderen nooit genoeg van spelletjes krijgen. De kracht van de herhaling maakte de kinderen bijna als vanzelf sterker. Het is net als met de tafels. Als je maar vaak genoeg oefent. Ik probeerde de oefeningen ook in zo veel mogelijk vakken te verpakken voor een extra twee-vliegen-in-één-klap-effect. Ik vermoede dat mijn collega’s me maar een rare vonden, met mijn onorthodoxe aanpak. Maar de toetsresultaten waren prima en de kinderen en hun ouders blij, dus niemand klaagde. Om nog wat serieuzer genomen te worden volgde ik opleidingen bij de beste praktijk-pedagoog van Nederland, Harry Jansen en ook een stevige opleiding tot trainer& coach. Inmiddels werkte ik op een school met kinderen uit 27 landen, waaronder vluchtelingen uit oorlogsgebieden met serieuze problemen. Om de training op een hoger plan te brengen vroeg ik Mart Blokland, een haptonoom, om mee te denken en om te checken of ik wel echt de goede dingen deed. We werden gevraagd om de training te geven aan 42 mensen uit de townships van Zuid-Afrika. De deelnemers noemden het een training in life skills waarmee de naam van de training ontstond. De laatste 5 jaar in het speciaal onderwijs waren mijn mooiste uit 20 jaar voor de klas.
Ik gaf de training aan kinderen o.a. met adhd, laag niveau, hechtingsstoornis, probleemgedrag en autisme. Toen werd het tijd werd onze eigen droom achterna te gaan en te verhuizen naar Engeland. De directrice vroeg of ik niet af en toe terug wilde komen om geïnteresseerde teamleden te trainen. Binnen 2 dagen waren de trainingen volgeboekt. Meteen na onze verhuizing werkte ik de oefeningen en de werkwijze uit tot een heuse methodiek: 80 oefeningen, verdeeld over 7 life skills en de werkwijze beschreven in 7 principes. Maar de kracht van de training is dat leerkrachten, begeleiders, coaches leren hoe ze de oefeningen kunnen gebruiken door ze zelf te ervaren en daarmee ook hun eigen vaardigheden versterken (precies zoals mijn grote voorbeeld Ken Robinson adviseerde) De training past helemaal bij de huidige ontwikkelingen in het onderwijs:
7 Life Skills is dan ook geen in-5-stappen-naar-succes methode. De leerkrachten en begeleiders stellen zelf een aanpak op maat samen voor hun leerlingen en herhalen de oefeningen tot de nodige voortgang is geboekt. Dat het noodzakelijk is dat het onderwijs zich niet alleen op kennis richt maar ook op het versterken van vaardigheden blijkt wel uit de berichten die de laatste tijd in de media verschenen. Dit jaar worden 250.000 kinderen door jeugdzorg begeleid. De meeste kinderen maken een verkeerde keuze voor studie Iedere 6 minuten gaat de politie naar huiselijk geweld 80 % van de leerlingen is niet gemotiveerd Ondanks pestprogramma’s wordt er nog steeds veel gepest Slechts 1 op de 10 mensen heeft zijn droombaan In 2020 is depressie volgens Health organisation in de UK de 2de oorzaak van 'dissability to work' Time for a change Zou ik zeggen. Michel Linthorst Wil je een gratis workshop van 1,5 uur voor je schoolteam? Dat kan op donderdag 10 of vrijdag 11 september. Er is slechts plek voor 2 scholen. Heb je interesse, stuur me dan een mail. Wil je de 4-daagse training volgen, in Oktober start de eerstvolgende training. |
michel linthorstDocent, ontwikkelaar en trainer Michel Linthorst schrijft verhalen gebaseerd op zijn eigen ervaringen of die van collega's. Blog ontvangen? |